Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 1

A Chapter by The Red Raven

Zonlicht en het gekwetter van vogels in de vroege ochtends. Een perfect ochtendbeeld, ware het niet dat het werd verstoord door het irritante gepiep van mijn wekker. Iedere andere dag zou ik het ding hebben gepakt en tegen de muur kapot gegooid hebben wanneer hij afgaat. Als die neiging blijft en zich ontwikkelt dan kan het zijn dat ik in de toekomst te veel geld ga besteden aan het kopen van nieuwe, nu dat ik erover. Vandaag ben ik echter blij dat hij afgaat. Men kan zich afvragen hoe deze plotselinge ontwikkeling tot stand is gekomen, maar het antwoord is simpel: verhuizingsdag. Deze dag markeert de start van een nieuw leven.

 Gedurende afgelopen jaar heft mijn moeder gezocht naar een huis in Korea. Waarom Korea? Nou, ze is altijd al een fan geweest van het Aziatische continent en mijn vader kwam daar vandaan, hoewel je dat niet zou kunnen weten als je me ziet. Ik zie er uit als een gewoon Europees meisje, met een beetje Aziatische gezichtskenmerken. Donker lang haar, donkere bruine ogen met een hint van groen in hen en klein gebouwd. Anne noemde mij altijd een dwerg, maar ze deed het altijd met liefde. Als iemand anders het zei dan gaf ze die persoon er van langs.

 Sinds mijn vaders overlijden, wat een soort van opluchting was na een lang ziekbed, heeft mam het land willen verlaten. Nu dat ik geslaagd ben voor de middelbare school, zijn we eindelijk in staat om te gaan. Natuurlijk baal ik ervan dat ik mijn vrienden moet achterlaten, maar het is tijd voor nieuwe dromen om na te jagen.

 Om zichzelf bezig te houden, heeft mam besloten dat ze een bakkerij wilt openen, wat betekent dat ik een baan heb om mijn vrije dagen mee op te vullen. Het had erger kunnen zijn wat betreft werkomgeving, ik had voor een gehaktbal van een baas kunnen werken. Dan kan ik net zo goed werken met gebak voor een familielid.

 Ik ben nooit echt een zoetekauw geweest, maar bakken en brood verkopen doe ik toch liever dan ergens op een muf kantoor administratief werk verrichten.

 ‘Scarlet, ben je al wakker?’ vraagt mijn moeder terwijl ze voorzichtig de deur opent en meteen de gordijnen opzij schuift zodra ze een voet in de kamer heeft gezet, waardoor de felle Britse zon mijn ogen uit hun kassen brandt.

 ‘Nu wel, ja,’ beantwoord ik haar vraag voordat ik mijn gezicht in de zachte kussens verberg. Uit bed komen is en blijft moeilijk, hoe vaak je het ook doet en ongeacht of er iets geweldigs staat te gebeuren die dag waarvoor je er wel uit moet komen.

 ‘Mooi, kom er dan uit en pak je laatste dingen. Ons vliegtuig vertrekt over vijf uur en ik wil er twee uur van tevoren zijn.’ Ze is nu al bezorgd en de dag is nog niet eens begonnen. Ik zucht en verlaat de comfortabele en geruststellende warmte van mijn kleine veilige haven.

 Na mezelf snel te hebben aangekleed, pak ik vluchtig de laatste dingen in mijn slaapkamer en stop ze in een van de laatste verhuisdozen, die netjes opgevouwen tegen de muur bij de deur hadden gestaan. De kamer ziet er plotsklaps zo leeg uit zonder alles, kale witte muren en een prachtige lichte houten vloer. Zo veel herinneringen waren gemaakt in deze ruimte en nu moet ik het achterlaten. Ik zal het zeker missen, maar het is een noodzakelijk kwaad. Iets nieuws wacht op me en God mag weten wat dat is.

 Beneden zijn de verhuizers aan het helpen met de laatste dozen. Zodra ze mij boven aan de trap zien staan met de laatste twee, rent een van hen naar boven en neemt ze van me over. Dankbaar dat mij het gesjouw wordt bespaard, laat ik hem over aan zijn taak. De dozen zullen later naar ons nieuwe huis worden gezonden, maar we zullen ze waarschijnlijk pas terugzien nadat wij daar al een tijdje wonen.

 Alles lijkt zo onrealistisch op dit moment, we gaan Engeland echt verlaten en verhuizen naar Korea. Wie had dat ooit gedacht?

 Een nieuwe start, een nieuw leven, is wat wij beiden nodig hebben en dit is hoe we hebben besloten het te doen.

*

Het vliegveld is net zo druk als altijd. Overal waar je kijkt zie je mensen van verschillende afkomsten koffers achter zich aan trekken terwijl ze zich haasten om hun vlucht te halen of om dit grauwe grijze land te ontdekken.

 Nadat we door de douane zijn gegaan, besluiten mam en ik om met een kop koffie ergens te gaan zitten en te wachten totdat het tijd is.

 ‘Het voelt vreemd, wetende dat we Engeland achter ons laten,’ zeg ik, meer tegen mezelf dan tegen haar. Desondanks spreekt ze.

 ‘Weet ik,’ stemt ze met me in, ‘Voor mij voelt het ook raar, maar betere dingen wachten op ons. Dat zal je zien wanneer we aankomen.’ Haar eeuwige positiviteit laat zich weer eens zien. Dat is een van de grootste contrasten tussen haar en mij: zij ziet altijd het goede in de dingen waar ik enkel het slechte in kan zien. We zijn complete tegenpolen, maar op de een of andere manier lukt het ons om in harmonie te leven. Men kan het een wonder noemen.

 Zoveel gezichten, allemaal op één plek. Ieder is op weg of zoekt een aanwijzing die hen helpt in hun queeste. Hier is iedereen een vreemdeling voor elkaar, hoewel dat ook wat moois teweeg kan brengen.

 Een eindje verderop knalt een jongeman tegen een meisje van zijn leeftijd op, waardoor zij haar tas laat vallen. De gehele inhoud ligt over de witte tegels verspreid. Hij verontschuldigt zich en helpt haar met opruimen zodra haar geschrokken uitdrukking is gekalmeerd. Ze stelt hem gerust. Een blik tussen de twee. Hun verhaal eindigt niet hier.

 Een vader die zijn zoon, die op het punt staat naar een ver exotisch land te vertrekken, uitzwaait. Hij is er niet gerust op en maakt zich zorgen om zijn zoons veiligheid. De zoon verzekert hem voor de zoveelste keer dat alles in orde is. Toch gelooft de vader het nog steeds niet helemaal. De rest van de vertelling is door de ogen van de zoon. De vader is een personage dat pas later wederkeert en dan alles te horen zal krijgen.

 Zoveel verhalen vinden tegelijkertijd plaats op deze plek. Het is bijna magisch te noemen.

 Na op deze manier de resterende tijd door te hebben gebracht, geeft de intercom het signaal dat we moeten boarden.

 Opeens dringt de realiteit door en herinnert me wederom aan de reden waarom we hier zijn.

 Deze keer kan ik van het moment genieten met een lach. ‘Laat het leven zijn gang gaan,’ is wat pa altijd zei. Dat zullen we zeker doen.

*

De hemel is helder en de wolken zien eruit alsof ze zijn gemaakt van suikerspin. Ik kijk uit het raam, sluit mijn ogen en voel me net een vogel die naar een nieuwe bestemming vliegt om daar te overwinteren. Alleen zullen wij de rest van ons leven doorbrengen bij de laatste stop.

 Herinneringen die ik heb gemaakt met vrienden blijven zich keer op keer afspelen in mijn gedachten. Hun achterlaten was het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan, maar ze waren begripvol en moedigden mij zelfs aan bij deze keuze. We beloofden elkaar dat we contact zouden houden. Cecilia, mijn oudste vriendin, is nogal ouderwets, dus ze wilde brieven uitwisselen in plaats van mailen. Volgens haar was het meer persoonlijk als wij het zo deden.

 Ik ging op haar voorstel in. Het is iets speciaals dat we met elkaar kunnen delen, zodat we later de brieven kunnen teruglezen om herinneringen over die goede oude tijd op te halen.

 Tenminste, dat is als ik ooit terugkom. Ik acht het niet geheel onmogelijk dat ik blijf en het op manier mijn definitieve halte maak. Daar kan ik een nieuw leven krijgen, dat hopelijk net zo goed zal zijn als degene die ik had.

 Mijn ogen openend, blijf ik kijken naar de wereld buiten waar levens worden gebouwd, zich verstrengelen en worden vernietigd, nadenkend over datgene wat mij opwacht aan het einde van de rit.



© 2017 The Red Raven


Share This
Email
Facebook
Twitter
Request Read Request
Add to Library My Library
Subscribe Subscribe


Stats

69 Views
Added on April 7, 2017
Last Updated on April 7, 2017
Tags: fantasy, romance


Author

The Red Raven
The Red Raven

Netherlands



About
I am an amateur writer who has managed to get her book published last year. Overall, I would describe my style as being similar to Edgar Allan Poe. However, I do like to experiment with different gen.. more..

Writing
Prologue Prologue

A Chapter by The Red Raven